Damestrui met losse col van Verona

Materiaal: Scheepjes Verona (2) 9–9–10 bollen, suède franjeband, breinaalden nummer 5 en 6 met en zonder knop.

Stekenverhouding: 12 steken en 18 naalden in tricotsteek of averechte tricotsteek gebreid, zijn 10 x 10 cm. Controleer dit en gebruik indien nodig andere naalden.

Gebruikte steken:

Boordsteek: Afwisselend 1 steek recht en 1 steek averecht.

Averechte tricotsteek: Averecht op de goede, recht op de verkeerde kant.

Tricotsteek in ronde toeren: Rechte steken.

Minderingen voor de raglan: Brei in de heengaande naald 2 stekenrecht, maak een overhaling (= 1 steek afhalen, 1 steek averecht ende afgehaalde steek overhalen, brei de naald tot er nog 4 steken op de linkernaald staan, 2 steken averecht samen breien, 2 stekenrecht.

Werkwijze: Dit model kan ook in tricotsteek worden gebruikt, dat geeft een ander kleureffect.

Rugpand: Zet 62–66–70 steken op met breinaalden nummer 5 en brei 3 naalden boordsteek. Brei verder met breinaalden nummer 6 in tricotsteek of averechte tricotsteek. Kant bij 35 cm hoogte aan beide kanten 2–3–3 steken af en minder hierna voor de raglan afwisselend 13–15–19 x 1 steek aan beide kanten van elke 2e naald en 8–7–5 x 1 steek aan beide kanten van elke 4e naald. Kant bij 60 cm hoogte de overige 16 steken af voor de hals.

Voorpand: Brei als het rugpand tot er nog 26 steken op de naald staan. Kant voor de hals de middelste 12 steken af en in de volgende 2e naald de overige 7 steken.

Linkermouw: Zet 26 steken op met breinaalden nummer 5 en brei 3 naalden boordsteek. Brei verder met breinaalden nummer 6 in tricotsteek of averechte tricotsteek en meerder voor de mouwwijdte 8–9–10x aan beide kanten van elke 7e–7e–6e naald 1 steek, = 42–44–46 steken. Kant bij 40 cm hoogte aan beide kanten 2–3–3 steken af en minder hierna aan de rechterkant voor de raglan voor maat 36/38 en 40/42: 13 x 1 steek in elke 4e naald en 1 x 1 steek aan beide kanten van de 6e naald en voor maat 44/46: 14 x 1 steek in elke 4e naald en 1 x 1 steek in de 2e naald. Minder tegelijkertijd aan de linkerkant 13 x 1 steek in elke 4e naald. Als er nog 11 steken op de naald staan vanaf de linkerkant 4 steken afkanten, in de 2e volgende naald nogmaals 4 steken en in de 2e daaropvolgende naald de overige steken.

Rechtermouw: Brei de linkermouw in spiegelbeeld.

Afwerking: Sluit de raglan-, mouw- en zijnaden. Neem met breinaalden nummer 5 zonder knop rond de hals 52 steken op en brei 5 naalden boordsteek. Kant in boordsteek af. Naai aan de onderkant van de panden en mouwen suède franjeband.

Werkwijze col: Zet 72 steken op breinaalden nummer 6 zonder knop en brei 20 cm tricotsteek of averechte tricotsteek in het rond. Kant af.