Week 8

Garens

Zie de kleurentabel verderop in het patroon voor de gebruikte kleuren.

Tips

• Als je het lastig vind om bij te houden welke rij precies wat is (bijvoorbeeld bij de separator) neem dan een contrastdraad en weef deze horizontaal door de rijen heen. Als je klaar bent met dat stukje, haal je je contrastdraad er weer uit.
• Deze week maken we het borduursel voor het rugstuk af. De separator heb je al gehaakt in week 6.
  
• De sleutel tot het juist borduren van deze week is tellen. Tel alles wat je doet na. Je kan beter 1 keer teveel hebben geteld, dan dat je je borduursel moet uithalen.
  

Patroon

Maak het borduurwerk op rijen 1-50 (rijen 153-202) in kruissteek volgens het borduurschema, waarbij rij 1 de onderkant van je motiefje is (oftewel het midden van het rugstuk) en rij 50 de bovenkant. Je herkent dit stuk omdat je als het goed is contrastdraden in de voorgaande weken hebt geplaatst. Het borduurschema lees je als volgt:

Elk vierkantje staat voor een steek in je sjaal. De witte vierkantjes zijn steken die niet geborduurd worden. De gekleurde vierkantjes vertegenwoordigen de kruissteken die je maakt. In elk vierkantje staat een letter, dit is de kleur waarmee je borduurt.

Voor details omtrent hoe je precies borduurt, lees het Tips & Tricks document, of bekijk de video-tutorial van Esther uit week 2. Als tip voor dit grote patroon kan ik je meegeven dat ik het het prettigst vond om met de grote halve bloem en daarbij behorende stengel te beginnen, om vervolgens de ranken aan weerszijden te borduren. Daarna heb ik alle details zoals de vogels erop gehaakt. Uiteindelijk is de volgorde waarin je borduurt niet belangrijk. Zorg wel dat je zodra je een sectie afmaakt, je je steken natelt.